Breadcrumb

19 maart | Door Renate A. de Vries, rector/bestuurder

Wat is mooier onderwijs dan dat van het categoraal gymnasium? Alles wat de overheid van onderwijs verwacht komt er immers samen.

Er werken hoogopgeleide docenten met een eerstegraads bevoegdheid waar leerlingen vanaf de brugklas rechtstreeks mee te maken krijgen: mensen met passie voor hun vak, die daarover veel weten en die dus ook veel te vertellen en te delen hebben. Autonome mensen ook, met een veelzijdige ontwikkeling en belangstelling. Mensen die zich niet zomaar wat laten aanpraten, maar een kritische blik hebben en deze ook overdragen op hun leerlingen. Dat is een belangrijke kernwaarde van het gymnasium en eentje die kinderen maar al te hard nodig hebben in een wereld waarin de opinies hen om de oren vliegen. 

Het gymnasium biedt een rijk curriculum, met daar bovenop talloze mogelijkheden om talenten te laten bloeien en nieuwe te ontdekken. Muziek, drama, kunst, beweging, sterrenkunde, techniek, programmeren; deze vakken en cursussen vinden we allemaal belangrijk. Leerlingen mogen stralen en ten volle tot hun recht komen. Wij zijn er trots op als kinderen een huzarenstukje leveren. Zoals bijvoorbeeld Merel van locatie Athena, die een stuk voor dwarsfluit schreef en dat opvoerde in een muisstille zaal tijdens haar eindexamenconcert. Dat zal zij haar leven lang niet meer vergeten, zoals ook velen die haar voorgingen ons niet zijn vergeten. 

Ook tegen hen die niet direct het gymnasium zullen overwegen, zeggen wij: “Kom maar, durf maar!"

In december 2024 opende onze oud-leerling Senna Maatoug de jaarlijkse internationale bijeenkomst LEMUN (Leids Model United Nations) met de woorden: “Hier heb ik leren debatteren, met kinderen van over de hele wereld. Zonder het gymnasium was ik nooit in de Tweede Kamer terecht gekomen.” Armin van Buuren, een van onze andere oud-leerlingen, zei over het gymnasium: “Wat mij het meest is bijgebleven, is dat ik alles mocht proberen wat ik wilde. Er was ruimte voor, daar heb ik warme herinneringen aan.” En over Frits Bolkestein van de NOS schreef men onlangs: ‘’In de jaren 1945-1951 zat hij op het Barlaeus Gymnasium, waar hij afgaande op zijn cijfers een van de beste leerlingen ooit was. Hij noemde die periode achteraf zijn gouden tijd. Vooral de klassieke talen boeiden hem. Hij had daardoor nauwkeurig leren lezen en had daarna niets fundamenteels meer bijgeleerd, zei hij.’’

Nog een terrein dat het Ministerie van Onderwijs na aan het hart ligt: burgerschap op scholen. Het onderwerp burgerschap is vanzelfsprekend wanneer het curriculum zelf wortelt in de democratie. Het woord stamt van het Griekse δῆμος/dèmos (volk) en κρατειν/kratein (heersen). En dat is exact hoe het gymnasium functioneert, in samenspraak met docenten, met betrokkenheid van ouders en natuurlijk met een belangrijke stem voor de leerlingen zelf, van wie de ouders een heel uiteenlopende achtergrond hebben. De lat ligt hoog, maar dat komt omdat wij niet bang zijn als het wat moeilijker wordt. Ook niet voor vreemde talen als Latijn en Grieks.

En ook tegen hen die niet direct het gymnasium zullen overwegen, zeggen wij: “Kom maar, durf maar, jij krijgt dezelfde kansen als anderen. Je zult ervoor moeten werken, zoals op elke school, maar als je slim bent is dit de plek waar je het optimale uit jezelf kunt halen.” Zo worden ook wij langzaamaan diverser. 

Het maken van een schoolkeuze is niet altijd eenvoudig. Maar in alle groepen 8 van de basisschool zitten leerlingen die halverwege het laatste schooljaar eigenlijk al klaar zijn met de stof. Ze hebben het allemaal allang begrepen, de boeken zijn uitgelezen, de kennis is vergaard. Dat zijn leerlingen die meer en opnieuw uitgedaagd willen worden. Wat een geluk dan dat er gymnasia bestaan, scholen waar zij kunnen doorgroeien en verder leren. Is het niet curieus dat we in Nederland topsporters toejuichen en faciliteren, maar dat veel lastiger vinden als het om intellectueel presteren gaat? Terwijl het in beide gevallen gaat om ruimte en kansen bieden voor talentvolle jonge mensen.

(Hoog)begaafde leerlingen zijn ook kwetsbaar en gebaat bij een omgeving waarin ze mogen zijn wie ze zijn.

Natuurlijk zijn gymnasiumleerlingen ook pubers. En natuurlijk is huiswerk weleens stom en zouden ze soms het liefst in bed blijven liggen. Maar voor leerlingen die goed kunnen leren is het belangrijk dat ze in de puberteit opgroeien in een omgeving die daar een beroep op doet. Voortdurend en via allerlei wegen: ingewikkelde opdrachten, kunst, muziek, vrienden en excursies. 

Voor (hoog)begaafde leerlingen is het essentieel dat ze als veelbelovend worden gezien en meegetrokken worden om dat te laten zien, alle jaren van de puberteit door, zodat er ook daadwerkelijk uit kan komen wat erin zit. Daarbij zijn (hoog)begaafde leerlingen ook kwetsbaar en gebaat bij een omgeving waarin ze mogen zijn wie ze zijn. Een omgeving waarin het niet raar is dat je om kennis geeft of graag meer wilt weten van een onderwerp of wilt excelleren in een bepaald vak. Of een omgeving waarin je met het behalen van magere zesjes met een minimale inspanning toch meegenomen wordt op het niveau dat bij je past. 

Is het niet curieus dat we topsporters toejuichen en faciliteren, maar dat veel lastiger vinden als het om intellectueel presteren gaat?

Het gymnasium is in het Nederlandse scholenlandschap een institutie om trots op te zijn en te koesteren. Bijzonder en tegelijk heel gewoon. Zoals een van onze eigen leerlingen tegen mij zei: “Je zult wel gek zijn om met een vwo-advies niet voor het gymnasium te kiezen.”

“Kom maar, durf maar!"

Deze website maakt gebruik van cookies. Voor meer informatie over welke cookies en hoe wij deze gebruiken, kijk op onze cookie-pagina. Hier kun je tevens je cookie-instellingen aanpassen. Naar de cookiepagina.